
Duchenne en gedragsstoornissen
​
​Men spreekt pas van een stoornis als iets heel hardnekkig en intens aanwezig is. Een stoornis is echter een uiterste in een spectrum (moeilijkheid - probleem -stoornis). We zien wel dat vele kenmerken van deze 3 stoornissen aanwezig zijn bij veel jongens met Duchenne, zonder dat deze hierdoor effectief de stoornis hebben. Dit kan zich mogelijks meer op probleem-niveau situeren, maar ook deze moeilijkheden of problemen kunnen doorwegen in de klas, zonder dat ze effectief de stoornis hebben. Een aanpak die rekening houdt met deze kenmerken kan hier dus ook voordelen bieden. Zo zullen vele jongens met Duchenne bijvoorbeeld baat hebben bij een aanpak die een duidelijk kader en een vaste structuur aanbiedt, net zoals dit het geval is voor kinderen die effectief aan onderstaande stoornissen leiden. Uit de aanpak van dergelijke stoornissen kunnen dus veel nuttige leidraden gehaald worden voor ouders en leerkrachten.
Aandacht tekort met hyperactiviteit (ADHD), stoornissen in het autismespectrum en obsessief-compulsieve stoornissen lijken bij Duchenne spierdystrofie iets meer voor te komen dan in de algemene bevolking. Toch mag men niet uit het oog verliezen dat bij het merendeel van de DMD-kinderen dit niet aan de orde is. Voorzichtigheid is dus geboden bij het trekken van al te voorbarige conclusies. Bij twijfels kan het kind getest worden bij een gespecialiseerd centrum. Twijfels kunnen besproken worden met de behandelende artsen van het NMRC, die eventueel kunnen doorverwijzen voor een testing.
​
Autisme spectrum stoornis (ASS)
​
ASS zou bij 3% van de DMD-jongens voorkomen in vergelijking met 1% van de normale populatie. ASS heeft te maken met stoornissen op drie gebieden:
​
1) sociale interacties
2) verbale en non-verbale communicatie
3) verbeelding
​
Typische mogelijke gedragingen zijn:
​
-
Beperkte interesses en repertoire van activiteiten
-
Herhaling van hetzelfde gedrag (stereotiep gedrag)
-
Moeite met veranderingen
-
Gericht zijn op details
-
Gericht zijn op zichzelf
-
Zich niet of moeilijk in andere kunnen verplaatsen
ASS is niet te voorkomen en niet te genezen. De problemen blijven bestaan doorheen het leven. Belangrijk uitgangspunt is de omgeving aanpassen aan de persoon met ASS. Behandeling is er op gericht verergering te voorkomen.
​
Meer informatie:
http://www.eurekaonderwijs.be/leerstoornissen/autisme
​
Aandacht tekort met hyperactiviteit (ADHD)
​
Uit een studie blijkt dat 11,8% van de jongens met DMD een diagnose ADHD krijgt ten opzichte van 3% à 6% in de normale populatie. ADHD is de meest voorkomende gedragsstoornis bij kinderen. Er zijn 3 types, namelijk een hyperactiviteitstoornis, een aandacht stoornis (ADD) en het gecombineerde type.
​
Bij ADHD is er sprake van problemen met:
​
-
Emotionele regulatie (zelfbeheersing)
-
Stoppen van eenmalig ingezet gedrag
-
Flexibel denken
-
Planning en het oplossen van problemen
-
Het leren van eigen fouten
Meer informatie:
http://www.eurekaonderwijs.be/leerstoornissen/adhd
http://www.eurekaonderwijs.be/leerstoornissen/add
​
Obsessief-compulsieve stoornis (OCS)
​
De obsessief compulsieve stoornis behoort tot de categorie van de angststoornissen. Het wordt gekarakteriseerd door dwanggedachten en dwanghandelingen die bedoeld zijn om angsten en zorgen te verlichten. Dit verklaart mogelijk waarom OCS meer voorkomt bij jongens met een progressieve ziekte zoals Duchenne. In de normale populatie komt OCS voor bij 2,3%. Bij DMD is dat ongeveer dubbel zoveel. Toch betekent dit dat het slechts bij een klein percentage (4,8%) voorkomt.
​
Deze tekst is nagelezen door Sam Geuens, klinisch psycholoog van het Duchenne team UZLeuven. Zijn tips en opmerkingen werden in de tekst aangepast. Ook is het boekje 'De psychologie van Duchenne Spierdystrofie' van Jos Hendriksen als bron gebruikt. Hier te koop.